Spullen weggooien van iemand van wie je net afscheid hebt genomen is lastig. Je wilt respectvol met de spullen van je dierbare omgaan. Spullen die voor iemand waardevol waren, gooi je niet zomaar weg. Bovendien kan het zorgen voor discussie en spanningen. Over wie de sieraden van oma mag, of de verzameling antieke fotocamera’s van opa. Help je nabestaanden door jezelf tijdig te ontdoen van onnodige spullen. De Zweedse schrijfster Margareta Magnusson schreef er een boekje over: Döstädning, ofwel: Opruimen voor je doodgaat, waarin ze praktische tips en handreikingen geeft. Het is een lichtvoetig geschreven boekje. Magnusson benadrukt dat het opruimen ook een fijn ritueel is om te stil te staan bij de mooie en gelukkige momenten in je leven. Hierdoor ga je reflecteren op wat belangrijk voor je is en wat je daarvan wilt nalaten en wat niet. Daarbij hoef je niet te wachten tot het einde bijna in zicht is. Het is sowieso prettig om je te ontdoen van onnodige ballast. Dat geeft lucht. Maar hoe pak je dat nu aan?
Wie kan ik er blij mee maken?
Het belangrijkste bij het bewaren of wegdoen van spullen is dat je bedenkt wie er straks iets aan heeft, wie je het gunt of wie je er nu al blij mee kunt maken. Begin bij wat je weinig moeite kost, spullen zonder al te veel emotionele lading. De zolder of berging is dan een handige plek om te starten. Daar liggen de spullen die je te veel hebt en waarvan je het bestaan meestal al vergeten bent. Deze spullen ga je verkopen, weggeven of weggooien. Daarna stap je langzaam over naar spullen met meer gevoelswaarde, met tot slot de foto’s en persoonlijke brieven. Die nemen bovendien niet heel veel ruimte in.
Verzamelingen
Verzamelingen zijn er in allerlei soorten en maten. Gebruiksvoorwerpen zijn de relatief simpele categorie. Daarvan heb je er meestal maar een nodig. Een enkel keertje twee. Denk aan een kaasschaaf of een zoutstrooier. Weg dus met de overige drie. Spaar je tinnen soldaatjes of beschuitbussen – voor jou een leuke hobby, dan is de kans groot dat je een nabestaande daar geen plezier mee doet. Handig is om te bedenken wie er na jouw dood wél blij mee is. Noteer dat of schenk of verkoop de verzameling alvast aan een andere liefhebber. Ben je zelf creatief en maak je aan de lopende band schilderijen, beelden of haakwerkjes… geef ze weg. Iets wat je zelf gemaakt hebt, kan in plaats van een bloemetje een leuk persoonlijk cadeautje zijn om mee te nemen bij een etentje. Denk ook na over wie je een plezier kunt doen met de schilderijen aan je muur.
Kleding
Er gaan vaak jaren voorbij waarin je naar je kledingkast kijkt en denkt: ‘Als ik weer iets slanker ben, dan pas ik er weer in.’ Of er ligt sportkleding van sporten waarmee je allang gestopt bent, maar die je misschien nog eens denkt op te pakken. Op een gegeven moment weet je: dat gaat niet meer gebeuren. Je kunt met een gerust hart afscheid nemen van je ski-outfit, kleding in maten die voor jou niet meer haalbaar zijn of in een stijl die niet meer bij je past. Bied de leukste stukken aan vrienden of bekenden aan. Of aan je kleinkinderen, die op dit moment helemaal ‘in to’ vintage zijn. Voor het overige is er de kledingbak en de Kledingbank.
Boeken
En dan boeken. De meeste ga je echt geen tweede keer lezen en vond je waarschijnlijk niet bovenmatig interessant. Daarvan kun je makkelijk afscheid nemen. Breng ze naar een openbaar boekenkastje die je ziet op straat. Dan heeft een ander er nog iets aan. Sommige boeken hebben meer waarde voor je. Je kunt ze weggeven met een mooie persoonlijk boodschap erin of bewaren met diezelfde boodschap voor als je er niet meer bent. Dan weten nabestaanden in elk geval wat ze ermee moeten doen. Heb je boeken over een hobby, bijvoorbeeld tuinieren, koken of zeilen, dat weet je er vast een liefhebber voor. Misschien staan jouw aantekeningen erin, dat is juist leuk.
Foto’s
Wie geboren is vóór pakweg 2005 heeft ongetwijfeld nog veel papieren foto’s liggen. Al dan niet geordend of ingeplakt. Deze tastbare herinnering aan voorbije jaren is misschien wel de belangrijkste nalatenschap die we hebben, in elk geval gevoelsmatig. Maar het is ook vaak veel! Magnusson adviseert het volgende. Gooi om te beginnen dubbele exemplaren weg, net als foto’s die nagenoeg hetzelfde zijn of van slechte kwaliteit. Staan er personen op die je niet kent of die jouw nabestaanden niet kennen: weg ermee. Geef foto’s van (klein)kinderen of vrienden aan hén. Maak er een stapeltje van, doe er een mooie strik omheen en geef het in een groter gezelschap om daarna de herinneringen met elkaar te delen.
En dan is er altijd nog de weggooidoos
Van sommige dingen kun je écht geen afstand doen, ook al weet je dat die voor je nabestaanden geen enkele betekenis hebben. Dat kunnen souvenirs zijn, brieven, knuffels, complimenten, een schelpje of lieve woordjes op een kaart… Label die met ‘weggooien’ en stop ze in de weggooidoos. Als een nabestaande daar dan toch nog even in wil kijken, is dat natuurlijk oké…
Geheimen
Ieder mens heeft zijn eigen privézaken… en misschien wel geheimen. Ook die blijven achter als je er voor je overlijden niets mee doet. Denk aan (liefdes)brieven, documenten of dagboeken met verhalen erin waarmee je een ander in verlegenheid brengt. En wat dacht je van sms’jes en whatsappberichten. Of van je verslaving die tot dusver alleen bij jou bekend was. Doe daarom op tijd afstand van dingen die je familie na je dood choqueren, van streek maken of verdriet doen.
Wat wil je wél nalaten
Naast het opruimen van nutteloze en overbodige spullen, zijn er ook zaken die wél handig zijn voor je nabestaanden. Bijvoorbeeld een overzichtelijke administratie. Zorg dat het helder is hoe de geldzaken zijn geregeld. En welke verzekeringen er lopen. Welke contracten, eigendomsbewijzen en abonnementen er zijn. Zorg dat je nabestaanden niet hoeven te zoeken naar deze gegevens en maak een mapje met belangrijke informatie. Een aantal documenten heb je wellicht digitaal opgeslagen. Daarmee wordt toegang tot je computer en accounts ook belangrijk. Verzin een manier om inlogcodes en wachtwoorden achter te laten.
(Tekst: Meiborg tekst en Advies)